Het is vandaag zondag 2 september, dus was het gisteren zaterdag de eerste. Dat is ook in Nederland zo, zult u denken, vertel me wat nieuws. Op de Italiaanse eerste zaterdag van september opent het jachtseizoen. Dat houdt in dat er vanaf zonsopgang italiaanse mannen er op uit trekken met rare hoedjes en een antiek of gewoon oud geweer. Er zitten in iedergeval geen geluidsdempers op en de knallen klinken ver door het dal. Ter vergelijking en ter vergroting van uw begrip: oud en nieuw in Den Haag maakt meer lawaai. Het is daarentegen wel vergelijkbaar met de knallen die je hoort tijdens de kersenoogst in Huissen, wanneer de spreeuwen worden verjaagd. Nu mag er op ons land niet gejaagd worden, omdat het privéterrein is en omdat we het jagen niet op prijs stellen. De katten delen onze mening, want ze vinden het jagen uitsluitend hun privilege. De afgelopen weken hebben we veel, wat oudere mannen, ons terrein zien verkennen op zoek naar wild. Door ons elke keer weer vriendelijk begroet met een praatje en een “past u op onze katten?!” Uiteindelijk hebben we de jagers toch verjaagd. Tot ons grote genoegen is dat ook bekend geworden bij de fazanten. Moeder fazant met vier stevige dochters liepen op hun gemak in ons bos rond te scharrelen. Da’s een/nul tegen die rare hoedjes.
Maar we lopen op de boel vooruit. Eerst de rest van de week. We hebben het schilderwerk van de gevel afgemaakt. Rode biezen om alle ramen, zoals het er oorspronkelijk uit zag. De enorme oppervlakte van de achtergevel vroeg om meer. Dus hebben we rondom het huis ook de originele hoekbiezen hersteld. Dat rood is een heftige kleur, we vonden het dan ook enorm spannend hoe het zou uitpakken. Wij vinden het heel geslaagd en het is een echte klassieker van deze omgeving. Morgen kunnen de bouwvakkers terugkomen voor het vernieuwen van het dak van de hooischuur. Het kan dan ook zijn dat ze een deel van de steiger afbreken. Nu, wij zijn klaar, dus laat maar komen.
Mieke heeft er een vriendinnetje bij, want deze week is de cucina gebracht. Het is een prachtig apparaat met een oven waar je zo een hele fazant in kan schuiven. De gedachte aan een gegrild kippetje doet ons watertanden. Wel wordt het tijd om het enegiecontract wat bij te stellen. De drie kilowatt die we nu binnen krijgen lust die oven in zijn eentje en als de kip moet wachten op de wasmachine dan is dat toch niet het zelfde. De man die de boel installeerde en de toelichting gaf op alle knoppen ( hoeven we de manual niet te lezen) wilde het oude fornuis weer meenemen. MOOI niet. Ten eerste was het fornuis zijn geld meer dan waard geweest (zie leasefornuis van 12 augustus) en ten tweede verzinnen we wel weer een nieuw doel voor dit oudje. Hij kan altijd nog dienst doen als zomerkeuken bij het zwembad.
Deze week ook weer goede tips van onze buurman Roberto. Het is de tijd om de bloemen van de wilde venkel te oogsten en te drogen. Venkel is heerlijk in vleesgerechten. Een specialiteit van deze streek is de porchetta, varkensvlees, waar venkelblaadjes in worden gerold. Kijk voor een recept met venkel op onze Dolce Vita pagina naar “Coniglio in porchetta al finocchietto selvatico”. Venkelzaad is het onmisbare bestanddeel van de sambuca. Dat is een mooi winterklusje. Mieke heeft wilde pruimen gevonden. Volgens Roberto zijn ze niet te eten, maar heel goed om na gisting in de lambico te gooien en er iets smakelijks van te brouwen. Een lambiek is een destileerketel en we vermoeden dat Roberto zelf zo’n ding in zijn kelder heeft staan. Zelf ook maar eens goed zoeken in de container of we wat tegen komen. Dat de bramen, die hier in overvloed aanwezig zijn, in de jam kunnen hadden we zelf al bedacht. Maar wat is geleisuiker in het italiaans, we konden het niet vinden. Totdat Michel stuitte op iets wat Pectine heette. Heel goed middeltje voor het verstevigen van de jam. Vergeten zijn we nog hoe het nou verder moet met de walnoten. Vast iets met pellen en drogen, volgende keer maar eens vragen. Hoe het met onze moestuin is? Mieke’s tomaat is al bijna rood gekleurd, dus dat wordt smullen binnenkort!
Het is vandaag zondag en we streven dan naar een rustdag. We zouden alleen wat spullen uit de container halen en dan basta. Vooral de motor stond op het verlanglijstje. Dozen verplaatsen, verrassing over wat we allemaal bezitten en bijna vergeten waren. Nog geen motor te zien. Michel begon zowat te denken dat ie eruit was gejat, want we zagen toch echt de achterwand van de container al. En ja hoor, daar stond ie. Klem gemanouvreerd tussen de wand en een kast. Niet makkelijk om hem eruit te krijgen. Eerst verder uitpakken. Stellingkasten, altijd handig. Een koelkastje, ook mee. Kleren kan je altijd gebruiken en die kist met een kopere ketel gaat ook in de achterbak. Hé de broodbakmachine. Alles het huis ingedragen en zo heel wat ritjes verder. Ver na pranzotijd beginnen we met een beetje tillen, steken en nog meer tillen en dan kan de motor naar buiten worden gerold. En wat denkt u na vijf maanden in de opslag? Natuurlijk zit er geen prik meer in en doet ie geen broem. Dat wordt een nachtje aan de stroom om de accu op te laden. Teleurgesteld de brommer terug de container ingeduwd en voor de rit door de heuvels is het wachten op morgen.