Terwijl Mieke op tijdelijke basis managed in Nederland houdt Michel het huishouden in Italië draaiende. Heeft die jongen wel wat te doen behalve uitkijken naar 16 december het moment dat z’n vriendinnetje alias echtgenote terugkeert op het nest? Dat gaat nog al, op zo’n landgoed met kasteel is altijd wat te doen. De weg naar het tweede parkeerterrein moet worden verhard, want die is vooral in het voorjaar toch te zompig. De ingebouwde keuken in de tweepersoonsstudio Ieri is beduidend makkelijker schoon te maken dan de keuken met losse elementen in ons vierpersoonsappartement. Dus aan de slag met een nieuwe keuken voor Oggi. Er moeten meer stroompunten komen op de camping want naar stroom is meer vraag naar dan verwacht. Dus hup een geul voor elektriciteit graven naar de andere zijde van de camping. Ook hebben we een met dakpannen overdekt terras bedacht voor Ieri, want dat betekent geen geluidscontact meer met de bovenliggende fienile en meer schaduw. Dat soort voortschrijdend-inzicht-dingetjes houdt Michel bezig en het is de vraag of het allemaal lukt deze winter.
Zoals u uit eerdere web-berichten al begrepen heeft, is het jachtseizoen in Italië in volle gang. Als we de gelegenheid hadden, hebben we ons negatief over de jacht uitgelaten en soms kregen we daar commentaar op in de trant van “je moet niet zeuren als je zelf ook dode dieren eet”. Nou koken we graag vegetarisch maar vinden een smakelijk klaargemaakt wildzwijntje ook om te genieten. Met een groot geweer over je schouder, in een semi-militaire outfit, je hond opjagen achter een haas aan te rennen, we vinden het niet echt een sportieve daad. En vooral de houding van overal doorheen stampen, je hulzen nonchalant van je afgooien en je groeperen met andere mannen in een drijfjacht, roept bij ons enige irritatie op. Dat voor de jacht ook een sportieve en schonere variant bestaat, bleek uit het verjaardagscadeau voor Michel.
Michel’s fascinatie voor roofvogels en het terugkerend gespreksonderwerp op Faranghe! over de kwestie of die grote vogel boven ons land een steenarend, buizerd dan wel een wespendief is, was de aanleiding voor het cadeau. Je kunt deze dieren van serieus dichtbij aanschouwen als falconeria, de middeleeuwse valkenier. Deze jaagt niet alleen met valken maar ook met buizerds, uilen en zelfs met een arend. Wat leert een valkenier in een weekend opleiding? Natuurlijk theorie, bijvoorbeeld dat het bekende hoofdkapje om de vogels rustig te houden een Nederlandse uitvinding is. En dat de beste leren hoofdkapjes nog steeds bij u vandaan komen. U moet misschien zuchten, maar voor ons is dit nieuw. Ook een weetje is dat je de leeftijd van een valk kan inschatten door de kleur van zijn klauwen. Heel jonge dieren hebben blauwe klauwen en als ze ouder worden verkleuren die via wit naar geel. Goeie tip als je de aanschaf overweegt, ze hebben tenslotte niet het eeuwige leven. Zeer verheugd was Michel te horen dat er een eenvoudige manier is om onderscheid te maken tussen een buizerd en een arend, het twistpunt op Faranghe!. Het onderscheid is simpel: Buizerds jagen altijd in een groep van minstens twee en een Arend vliegt altijd solo. Michel heeft goed opgelet tijdens de geheel Italiaans gesproken cursus, dus nog één wetenswaardigheidje: de grootste uitvoering roofvogel is altijd het vrouwtje. Genoeg theorie, de praktijk graag!
Hoe hou je zo’n valk in bedwang? Als hulpmiddel heb je een dikke leren handschoen en zijn klauwen in de juiste greep. Je moet je niet zenuwachtig maken door een beetje gefladder en de vogel dichtbij je houden. Je nadrukkelijke aanwezigheid moet zijn vrijheidsdrang indammen. De vogel weg laten vliegen is vervolgens redelijk simpel: je versterkt zijn natuurlijke neiging tot vliegen door hem tegen de wind in te houden. Het dier blijft in conditie met een kunstprooi, want als elke vlucht resultaat had, zou het dier zich tonnetje rond eten. Het echte werk is je vogel terugkrijgen, want bij de aanschafwaarde van een valk (zo’n 1000 eurietjes) is “laat maar vliegen” geen optie. Hiervoor dient men een aantal gebaren te maken met passende geluiden. Dat werkt een beetje op de lachspieren totdat daar ineens een wild dier op je hand staat in volle glorie. U begrijpt dat een kleine snack in de handschoen wel een beetje helpt.
Het spelen met een arend behoort tot de cursus voor gevorderden. We mochten alleen kijken naar de meester en daar bleken goede redenen voor: Het beest weegt 25 kilo, is een meter lang en heeft een spanwijdte van 2 meter. Een gemiddelde voordeur, zeg maar. Ook heeft een arend een maat snavel die bij onoplettendheid zeer ernstige schade kan veroorzaken aan het menselijke lichaam. Deze vogel heeft als gewoonte om cirkelend op grote hoogte (300-400 meter) op zoek te gaan naar zijn prooi. Heeft ie dat gespot dan stort ie zich naar beneden met half ingeklapte vleugels in een duikvlucht om vlak boven de grond zijn vleugels te spreiden en zijn prooi te grijpen. En dat vrijwel geruisloos. Ter vergelijking: iemand gooit een schaap omlaag vanaf een flat met 100 etages, het schaap steekt haar poten naar voren waarmee ze makkelijk haar eigen nageslacht in de greep kan nemen en bij de zevende verdieping opent zij haar paraschut. Michel houdt nogal van beeldspraak, misschien begrijpt u deze wonderlijke voorstelling.
De cursus was een intensief ervaring met lange dagen. Er wordt een zwaar beroep gedaan op je kennis van het Italiaans, maar is een echte aanrader. De leraar is voor Italiaanse begrippen redelijk hip en heeft een impressie op YouTube gezet: http://www.youtube.com/watch?v=M6JA6fBMtYA
Inmiddels is Mieke op Faranghe! teruggekeerd voor de kerstmis. We zijn ingesneeuwd met een gevulde koelkast, lekker wijntjes en een elektrisch verwarmd bedje. We zitten in de keuken die door een knetterend haardvuur wordt verwarmd en kijken door het raam naar het sneeuwwitte, zonnige heuvellandschap van de Alte Valle d’Esino. Als we niet meer lui zijn, gaan we wellicht op snowboots een wandeltocht maken of tuigen we de Espace op met sneeuwkettingen en gaan we de dalen van Sibbilini op ski’s verkennen. Laat de feestdagen maar komen!