Deze week stond in het kader van de eerste levensbehoeftes. Het zwembad van 3,5 meter doorsnee bij de Euro Spin (zeg maar Aldi) konden we niet weerstaan. Gevuld met steenkoud water heeft het de zon nodig om op te warme. Gelukkig hebben we daar op dit moment zat van. Nog een dag of twee en de watertemperatuur is echt heerlijk.

Na een keer waren we al uitgekeken op het koud douchen. Na een uurtje puzzelen met de plaatselijke water meneer (che patienza) waren wij in het bezit van een boiler (je raad het wel: una Boiler). We hadden wat oude aansluitingen en slangen meegenomen. De beste man was reuze behulpzaam en vast van plan om het klusje te klaren. Alles werd 3 keer gecontroleerd en nadat wij allen overtuigd waren dat het moest passen, kregen we ook nog een fikse korting. Het was dan ook geen wonder dat er binnen een uur warm water was en een klein feestje in huize Faranghe.

Nog iets wat we zat waren. de koelbox op 220volt. Net niet koud genoeg maar wel een constante herrie. Dat kan en moet anders. Daarom een koel/vriescombie aangeschaft van een meter of 2. Staat volkomen belachelijk in de voortent (voor de kenners een wintertent) maar werkt als de brandweer. We hebben nu ijsblokjes en da´s niet gek bij een graad of 30.

Het huis is bijna ontdaan van al het vuilnis. Alleen nog het varkenskot en de kamers die we nog niet kunnen bereiken omdat er geen deur naar toe is. Het begrip “bezemschoon opleveren” moet duidelijk nog aan traditie winnen. De stallen zijn leeg en de scorpios zijn buiten de deur gezet. Tegen dat klusje hebben we behoorlijk opgezien en viel uiteindelijk toch mee. Wat erg mooi is geworden is de lege hooizolder. Ontdaan van zooi begint het echt het terras te worden zoals dat er uitzag in onze gedachten. Daar zitten bij zonsondergang met een drankje naar keuze en je wil echt nooit meer weg.

De katten hebben hun vrijheid eindelijk ontdekt en verlaten s’avonds hun bovenkastje. Direkt op jacht natuurlijk. Als de salamander in de provincie Marche binnenkort op de lijst van bedreigde diersoorten staat, weten wij hoe dat komt. Helaas vindt Murphy dat hij voor al dat eten wat hij van ons krijgt een tegenprestatie moet leveren. En dat dan het liefst midden in de nacht. Kan je de half versufte muizen en de paniekerige salamanders weer naar buiten proberen te jagen. Murphy begrijpt niks van het gebrek aan dankbaarheid.

Ook gaat het goed met de inburgering. We hebben een favoriete tabacchi (helaas geen Javaanse Jongens) en zeer warm contact met de bakkerin. Zij denkt dat Michel nog steeds iets doet met computers want je moet een beroep hebben. Onze grote held echter werkt in de fai da te shop (zelfde assortiment als de Praxis alleen in een winkel van vijf vierkante meter). Op ons standaard `scusa, non parlo molto italiano´ was haar onsterfelijke antwoord `beh, neanche io` wat zoveel betekent als ach, ik ook niet.

Gisteren overviel ons de lust om te BBQen en wat doet een expadvinder dan, naar de winkel racen om een Weber te halen? Neen natuurlijk niet. Meneer of mevrouw Weber zouden jaloers op het resultaat kunnen zijn.

<< Terug naar Onze Emigratie